Als de mist een beetje optrekt
- onlybibliotherapy
- 9 sep
- 5 minuten om te lezen
Bijgewerkt op: 24 sep

Soms denk je dat het ergste achter de rug is.
De dreiging is weg.
De rust is terug.
En dan begint er iets anders. Iets waar niemand je op voorbereid heeft.
Zoals die vrouw van in de dertig. Jarenlang vocht ze tegen schulden, een ex, de stress van overleven. Maar ook tegen een ongezond familiesysteem, die patronen waar je in opgroeit en die je meeneemt, ook al wil je dat niet.
Tot er rust kwam. Ze zat op haar nieuwe bank, in een lege woonkamer.
De koelkast bromde. De stilte drukte.
En ineens wist ze niet meer hoe ze moest ademhalen.
Of iemand die zijn hele leven in gevaar had geleefd, en eindelijk in een veilig land terechtkwam.
Geen oorlog. Geen geschreeuw. Geen dreiging. Alleen stilte.
En juist die stilte voelde gevaarlijk. Alsof het elk moment weer kon losbarsten.
Of die ouder of mantelzorger die altijd voor een ander leefde.
Nu de kinderen groot en veilig waren, of degene die ze verzorgden was overleden, bleef er alleen die ene vraag: Wat nu? Wie ben ik, als ik niet meer hoef te vechten?
Dat is het moment waarop de mist optrekt. En wat zichtbaar wordt, is niet altijd opluchting.
Soms voel je juist dan hoe diep alles nog zit.
Ik las Het Onverwoestbare Kind van Lillian B. Rubin.
Dat boek gaat precies over die ene vraag: hoe kan het dat sommige kinderen, ondanks alles, toch overeind blijven?
Rubin zag drie redenen waarom sommige kinderen overeind bleven.
De eerste: er was iemand die hen echt zag. Dat kon een ouder zijn, maar ook een docent, een buurvrouw, een vriend. Gewoon iemand bij wie je even voelde: ik besta.
De tweede: een innerlijk besef. Een stem die zei: dit klopt niet, dit verdien ik niet.
Voor sommige kinderen voelde het alsof ze hier niet hoorden. Niet bij dit gezin, niet bij deze mensen.
En juist dat gevoel, hoe pijnlijk ook, hielp hen om zichzelf los te maken van het systeem om hen heen. Ze bouwden een soort andere identiteit, iets van: ik ben anders, en later ga ik het ook anders doen.
De derde: een manier om met gevoelens om te gaan. Schrijven, tekenen, muziek, fantasie, geloof, iets dat ruimte gaf, al was het maar in hun hoofd.
Geen sprookjes. Geen grote reddingsacties. Maar genoeg om overeind te blijven.
En terwijl ik haar verhalen las, merkte ik dat mijn hoofd verder ging.
Ik keek niet alleen naar dat kind, maar ook naar mezelf nu, als volwassene.
Hoe dat onverwoestbare deel er nog steeds is, maar in een andere vorm.
Toen was het noodzaak: overleven.
Nu kan het een keuze zijn: bouwen. Voor je hier en nu. Voor de toekomst die je wil.
Hetzelfde gereedschap, een andere bestemming.
En eerlijk?
Ik dacht terug aan hoe ik vaak het gevoel had dat ik mezelf vergat.
Ik zag alleen maar het verhaal. Alles wat er misging.
Ik dacht: dit komt niet meer goed.
Ik ben kapot.
Ik ben niets waard.
Mensen zeiden wel: “maar je bent er nog, je hebt het gered.”
Maar ik voelde het niet.
Ik was alleen maar bezig met wat me was overkomen, niet met hoe ik overeind was gebleven.
Het was alsof mijn leven een film was waar ik zelf niet in voorkwam.
Alleen de klappen, de chaos, de scènes, maar niet ik.
En misschien herken je dat ook, dat je alleen maar ziet wat je is aangedaan, maar niet hoe je jezelf, met alles wat je had, toch overeind hebt gehouden.
Soms is dat zo bij kinderen die opgroeien in ellende.
Ze krijgen nog steeds klappen, honger, chaos.
Maar tegelijk bouwen ze in hun hoofd alvast een ander leven.
Een toekomst waarin zij het anders zullen doen.
Uitspraken als:
“Als ik later mama/papa ben, doe ik het anders.”
“Als ik groot ben, dan zorg ik wel dat.....”
Het zijn maar kleine zinnen.
Maar eigenlijk zijn het lijntjes naar de toekomst.
Woorden die je overeind houden, zelfs terwijl de wereld om je heen niet veilig was.
En toch zie je: zelfs in één gezin kunnen de uitkomsten totaal verschillen.
Broers, zussen, allemaal opgegroeid in dezelfde ellende, maar met zulke andere levens.
De één lijkt door te gaan.
De ander valt stil.
Betekent dat dat die ander niet onverwoestbaar is?
Ik geloof van niet.
Soms raken mensen hun verbeeldingskracht kwijt.
Soms blijven ze hangen in: ik ben kapot, ik ben niets.
Alsof dat onverwoestbare stuk uit beeld is. Onbereikbaar.
Misschien konden zij zich gewoon niet zo goed verwoorden.
Misschien gingen ze nooit naar een psycholoog. Misschien pakten ze nooit een (zelfhulp)boek. Misschien hadden ze niet het netwerk dat jij had.
Soms is het gewoon een mix van factoren. Niet alleen wat je zelf doet, maar ook wat je wel of niet wordt aangereikt. En dat maakt het verschil, dat maakt ze niet minder.
Het leven is niet recht. Heling ook niet.
Je moet jezelf ruimte geven, en anderen ook.
Hun pad is misschien kronkeliger, maar het onverwoestbare zit er nog steeds.
En misschien zie je dat onverwoestbare pas achteraf. Wanneer je terugkijkt naar je kindertijd en denkt: wauw, hoe heb ik dat overleefd? Of later, als volwassene: hoe ben ik hier beland, met dit werk, dit salaris, dit leven?
Het antwoord is simpel.
Omdat jij jaren geleden keuzes maakte voor je toekomstige ik.
Niet glamorous. Vaak klein.
Uitspraken als:
ik wil nooit meer zo’n relatie.
ik wil niet meer in armoede leven.
ik wil me gewoon lekker in mijn vel voelen.
Simpele woorden.
Maar dit zijn quantum leap-praktijken.
Kleine sprongen die je pas later herkent als gigantisch.
En eerlijk?
Dat doe je nog steeds.
Elke dag. Ook nu.
En nu? Nu ben je volwassen. Veiliger. Sterker.
Waarom zou je jezelf blijven bekijken door de ogen van dat kind?
Je was toen al een architect.
En je bent het nog steeds.
Elke keuze die je maakt, is een quantum leap.
Een sprong die je later pas echt begrijpt.
Niet om te overleven.
Maar om te bouwen.
En misschien is dat ook waarom ik met Only Bibliotherapy werk.
Omdat er geen strak zorgpad bestaat dat voor iedereen klopt.
Het is niet genezen.
Het is die mistige ruimte waar je mag nadenken, voelen, verbanden leggen.
En van daaruit keuzes maken.
Misschien therapie.
Misschien een knoop doorhakken.
Dat is de quantum leap: een keuze nu, die je later draagt.
Dat is regie.
Niet overspoeld worden.
Niet geleefd worden.
Maar bouwen aan een andere staat van zijn.
En dit is geen waarheid.
Het is gewoon waar mijn hoofd naartoe ging toen ik Rubin las.
Misschien roept het bij jou iets heel anders op.
Dat mag.
Maar één ding weet ik wel:
Je bent er nog.
En dat alleen al is onverwoestbaar.
Benieuwd naar het boek waar ik het over had?
Je kunt Het Onverwoestbare Kind van Lillian B. Rubin bestellen via deze link.



Opmerkingen